Hessische woning

Kleren maken de man, maar kleren maken ook de rouw. In de negentiende eeuw worden de regels rondom rouw en rouwkleding steeds strikter en uitgebreider. Rouwkleding heeft meerdere functies. De kleren maken zichtbaar wie rouwt en wie dus steun nodig heeft. Rouwenden kunnen in het openbaar treuren en hoeven niets uit te leggen aan de mensen om zich heen. Tegelijkertijd is uiterlijke rouw ook een manier om identiteit en status uit te drukken. Hoe rijker iemand is, hoe mooier de rouwkleding. De etiquette schrijft drie stadia van rouw voor: de volle, de halve en de kleine rouw. Hoe lang iemand rouwt, hangt af van de relatie tot de overledene. Het meest algemeen is een jaar en zes weken voor man en vrouw en ouders en kinderen; een half jaar voor broers en zussen; drie maanden voor ooms en tantes, en zes weken voor neven en nichten. Na de zware rouw volgden nog halfrouw en lichte rouw, die een half jaar tot een jaar konden duren. De rouwkleding wordt aangepast aan de fase van rouw waarin men zich bevindt. Voor vrouwen zijn de kledingregels veel uitgebreider dan voor mannen. Voor mannen is het voldoende om een rouwband te dragen, maar voor vrouwen maakt het uit welke stof, kleur en silhouet ze dragen. De kleding uit de volle rouw is het soberst. Alleen dof zwart is toegestaan. In de halve rouw is kleding al iets kleurrijker en mogen grijs en lavendel ook gedragen. De kleine rouw is vrijer. De dames mogen zich hullen in zwarte kleren met witte of gekleurde sieraden, of in witte en grijze kleren zonder gekleurde sieraden. Vrouwen moeten ook veel langer in de rouw zijn.

Deze tweedelige zwart zijden japon bestaat uit een rok en een lijfje. De Japon is voornamelijk gemaakt van zwart crêpe, een traditionele stof voor rouwkleding. Mogelijk is de japon vervaardigd uit oudere kledingstukken, zoals rouwjurken.

Collectie Amsterdam Museum

Tweedelige rouwjapon, gemaakt van zwart crêpe en wol, 1900-1910.

Collectie Museum Rotterdam, inv. nr. 20587

Tweedelige rouwjapon gemaakt van katoen en wol met borduursel, ca.1910.

Deze rouwjapon is gedragen door Roelfke Roemers-Wijkstra (1877-1933), waarschijnlijk na het overlijden van haar moeder in 1911.Kenmerkend voor de rouwjapon zijn de zwarte steentjes op de manchetten.

Particuliere collectie

Deze hoge hoed was bestemd voor rouw- gelegenheden.

Collectie Museum Huis Doorn, HuD 10599

Er zijn niet alleen regels over de kleding, maar ook over de sieraden en accessoires die tijdens de rouw worden gedragen. Glimmende of gekleurde sieraden zijn uit den boze, maar doffe zwarte sieraden mogen wel.
Zo kan een vrouw aan het hof toch haar status benadrukken zonder opzien te baren.
Deze rouwbroche is gesneden uit ebbenhout en bestaat uit een rozentakje met daaraan een bloemenkrans, 1850-1910

Collectie Museum Rotterdam, inv. nr. 79662

Zwarte sieraden voor rouw uit het eind van de 19de eeuw.
De broche rechtsboven bestaat uit een geloof (kruis), hoop (anker) en liefde (hart) motief. De sieraden zijn gemaakt van git (versteend hout, een edelsteen van organische oorsprong) en een vulkanisch gesteente.

Particuliere collectie

Deze rouwwaaier was van koningin Wilhelmina. Waaiers zijn aan het hof lange tijd onderdeel van de dameskleding. Ze zijn een middel om zich te onderscheiden. Voorname dames en vorstinnen pronkten ermee, ook tijdens periodes van rouw.

Collectie Koninklijke Verzamelingen, inv. nr. MU/3136

In dit haarstukje zijn bloemen gemaakt van mensenhaar. In de negentiende eeuw zijn haarstukjes in de mode.

Particuliere collectie

Deze bloemenkrans is gemaakt met mensenhaar.

Particuliere collectie

In de negentiende eeuw zijn de regels voor rouwaccessoires heel streng. Aan het einde van de eeuw en in het begin van de twintig- ste eeuw worden de regels losser en worden ook glimmende accenten op rouwaccessoires toegestaan.

Particuliere collectie

Eeuwenlang zijn waaiers populaire gebruiks- voorwerpen en modeaccessoires voor zowel mannen als vrouwen. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw worden waaiers een geliefd verzamelobject. Op deze rouwwaaier zijn gouden en blauwe regen te zien.

Collectie Koninklijke Verzamelingen, inv. nr. MU/3129

Rouwwaaier met een voorstelling van kanten vlinders op zwart gaas.

Collectie Koninklijke Verzamelingen, inv. nr. MU/3111

Oorbellen van mensenhaar en zilver

Collectie Museum Rotterdam, inv. nr. 20345-1-2

Sieraden kunnen puur voor de sier zijn, maar hebben ook religieuze functies én kunnen een specifieke herinnering zijn aan de overledene. Dat is bij deze kettingen het geval. Een ervan is een rozenkrans. Ze zijn gemaakt van gevlochten haar, zodat de drager van de oorbellen altijd haar dierbare bij zich had, onder andere bij het bidden.

Particuliere collectie

Accessoires zijn niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen. Dit is een band voor een zakhorloge, ook gemaakt van gevlochten mensenhaar.

Collectie Museum Rotterdam, inv. nr. 20056