Bibliotheekkamer

Rouw speelt een grote rol in het leven van de keizer. In zijn tijd is het gebruikelijk om voorwerpen te bewaren die herinneren aan de overleden dierbare. De bibliotheekkamer staat vol met dit soort voorwerpen, die verwijzen naar zijn overleden echtgenote, zijn ouders én zijn dierbare teckels. Hierdoor ontstaan er overal in het huis kleine herdenkingsplekken.

Overal in het huis zijn sporen van Auguste Victoria aanwezig. Ze staat op portretten en schilderijen in bijna elke kamer. In zijn biblio- theek heeft Wilhelm ook deze marmeren sculptuur van haar hand neergelegd. De hand is in 1904 gemaakt door beeldhouwer Reinhold Begas en is een verjaardagscadeau van de keizerin aan keizer Wilhelm II. Na de dood van Auguste Victoria in 1921 krijgt de hand een plek in de bibliotheek van Huis Doorn.

Collectie Museum Huis Doorn, HuD 01392

Wilhelm kan niet bij de uitvaart van zijn eerste vrouw, Auguste Victoria, zijn. Ze wordt in Duitsland bijgezet, in de Antikentempel in Potsdam. Omdat Wilhelm in Nederland in ballingschap woont, mag hij het land niet uit om bij haar uitvaart te zijn. Hij bewaart wel een foto van haar graf met laurierbladeren. Dit is een geschenk van August-Willhelm, een van zijn zoons die wel bij de uitvaart aanwezig is. Op de enveloppe met rouwrand staat geschreven: “19.IV.1921. Auwi’.

Collectie Museum Huis Doorn, HuDF-1380