ROUW

van keizerin tot corona

Het is 11 april 1921. In de vroege ochtend sterft Auguste Victoria, de laatste keizerin van Duitsland, in Huis Doorn. Haar rustkamer verandert in een bloemenzee. In haar testament heeft ze bepaald dat ze in Duitsland bijgezet wil worden. Daarom wordt de kist met haar lichaam zes dagen na haar dood naar Duitsland gebracht. Daar wordt ze bijgezet in de familiekapel in Potsdam. Er is veel belangstelling voor haar uitvaart, maar haar man kan niet bij haar uitvaart aanwezig zijn. Wilhelm II verblijft na de Eerste Wereldoorlog in ballingschap in Huis Doorn. Daarom kan hij niet naar Duitsland reizen.
Zelf sterft hij 20 jaar later, in 1941. Hun dood en de rouw die erop volgt, geven een uniek inkijkje in de rouwcultuur van de negentiende eeuw. Hoe ging men toen om met de dood? En hoe rouwde de keizer in ballingschap?
De tentoonstelling ‘Rouw. Van keizerin tot corona’ is een tijdreis naar Huis Doorn van 100 jaar geleden. In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw is de dood veel zichtbaarder in het dagelijks leven. Iemand die rouwt, draagt speciale rouwkleding en rouwsieraden. Ook wordt de inrichting van het huis erop aangepast. Er is een strenge etiquette voor rouw.
Wie daarvan afwijkt, begaat een sociale blunder.