Eetzaal

Op 16 april 1921 wordt de kist van Auguste Victoria ’s avonds van haar rustkamer naar de eetkamer gebracht. In haar testament heeft ze bepaald dat ze op Duitse grond bijgezet wil worden, maar dit testament stelt ze op vóór de verhuizing naar Doorn. Haar kinderen denken dat ze dit niet meer had gewild als ze had geweten dat zij op het moment van haar overlijden in ballingschap leefde. Ze willen haar in de buurt van Huis Doorn laten begraven, zodat Wilhelm haar kan bezoeken. Uiteindelijk is het Wilhelm II die beslist dat de laatste wens van zijn vrouw wel wordt opgevolgd. Op 17 april vindt de afscheidsdienst van Auguste Victoria in Huis Doorn plaats, waarna haar kist in de trein naar Duitsland wordt overgebracht. Op die dag wordt de eetzaal van het huis ingericht als chapelle ardente. Zo wordt een kamer genoemd waarin het lichaam van een vorst of voornaam persoon wordt opgebaard. De hele dag is er een erewacht. In de kamer staan palmen en liggen bloemen en kransen. De zuidwand is bedekt met zwarte doeken. In de avond is er eerst een dienst waarbij drie zonen en een schoonzoon van Auguste Victoria de erewacht vormen. Daarna wordt de baar door bedienden naar buiten gedragen en met een auto naar het station in Maarn gereden. Vanaf daar brengt een trein Auguste Victoria en enkele familieleden naar Potsdam, de laatste rustplaats van de voormalige keizerin. Wilhelm II mag niet mee vanwege zijn ballingschap. Deze kamer is een reconstructie van de chapelle ardente van 17 april 1921. Ook Wilhelm II wordt hier opgebaard na zijn eigen dood in 1941. De kamer ziet er dan vrijwel hetzelfde uit, met kransen, palmen en zwarte doeken.

Dit schilderij van Margarete Kogge laat de eetkamer als rouwkapel zien. De gele krans vooraan de kist is afkomstig van de ex-keizer. De gele rozen zijn een herinnering aan de eerste bloemen die Wilhelm II als prins van Pruisen aan zijn bruid gaf. Voor de krans ligt een kussen met daarop de hoogste Pruisische Orden van de ex-keizerin: de Orde van de Zwarte Adelaar met ketting en de Luise-orde. Over de kist ligt de standaard (vlag) van de koningin van Pruisen.

Collectie Museum Huis Doorn, HuD 00928

Deze foto is gemaakt op 17 april 1921. Het geeft een goede indruk van de eetkamer als rouwkapel. Op de foto is te zien hoe de zuidwand is bedekt met zwarte doeken en een kruis. De kroon- luchter is overtrokken met zwart tule. Om de kist staan vier zilveren kandelaars afkomstig uit het zogenaamde ‘Städtesilber’; het zijn geschenken van Pruisische steden aan Wilhelm II en Auguste Victoria ter gelegenheid van hun huwelijk in 1881. Een afdruk van deze foto hing vanaf 1921 in de rustkamer van Wilhelm II.

Collectie Museum Huis Doorn, HuDF-1024

Bij de uitvaart van Wilhelm II in 1941 staat de kist midden in de eetzaal in plaats van tegen de zuidwand. Familieleden en overige vorsten zitten rechts, alle vertegenwoordigers van Nazi-Duitsland links van de kist.
De kleinzoon van de keizer schrijft dat de geelbruine ambtskleding van de nationaal- socialisten een onaangenaam contrast vormt met de kleurrijke uniformen uit de Eerste Wereldoorlog.

Collectie Utrechts Archief

Bij de uitvaart van Wilhelm in 1941 dient de eetzaal ook als chapelle ardente, hoewel hij iets anders wordt ingericht. Ook nu wordt de kist omringd door zilveren kandelaars en ligt aan het voeteinde een kussen met de belangrijkste orden.

Collectie Doornse Historische Vereniging Thorheim