Huis Doorn in de Tweede Wereldoorlog

Vanaf het bordes van Huis Doorn neemt ex-keizer Wilhelm II afscheid van het regiment soldaten van de Wehrmacht dat hem op 14 mei 1940, bij het binnentrekken van Doorn, bezoekt.

Fonthill media

Als in mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenvalt blijft Wilhelm II in Doorn. Een aanbod van de Britse regering om naar Engeland te komen, slaat hij af. Op 14 mei arriveren de eerste Duitse soldaten bij het poortgebouw van Huis Doorn en ontvangt Wilhelm II een verklaring van Hitler: hij staat onder bescherming van het Duitse leger. De nazi’s vrezen voor de opleving van monarchistische gevoelens. Op last van Berlijn wordt de ex-keizer zoveel mogelijk geïsoleerd.

Wilhelm II heeft al in december 1933 in zijn testament vastgelegd dat hij in het park van Huis Doorn zijn laatste rustplaats wil vinden. Zijn uitvaart moet sober zijn, zonder afgevaardigden uit Duitsland, zonder hakenkruizen en zonder kransen. Het tweede deel van deze wens wordt niet ingewilligd. Wilhelm II overlijdt op 4 juni 1941. Vijf dagen later vindt zijn uitvaart plaats, in aanwezigheid van de rijkscommissaris voor de bezette gebieden, Arthur Seyss-Inquart, en erebataljons van de Wehrmacht.
Ook zijn er kransen met rouwlinten die tóch van hakenkruizen zijn voorzien, waaronder één van Adolf Hitler.

Landgoed Huis Doorn en de inventaris vervallen aan Wilhelms oudste zoon, ex-kroonprins Wilhelm. Om de vermogensbelasting te ontlopen besluit hij het huis vanaf 1942 als museum open te stellen. Na de bevrijding van Nederland wordt Huis Doorn als vijandelijk bezit door de Nederlandse Staat geconfisqueerd.
De ontvijandingsverklaring die de kroonprins aanvraagt – met als doel Huis Doorn weer in bezit te krijgen – wordt hem geweigerd. Een aantal invloedrijke notabelen weet de Nederlandse regering ervan te overtuigen het ensemble Huis Doorn niet te liquideren maar voor het nageslacht veilig te stellen. Voor het beheer en de openstelling wordt een stichting opgericht.

Op 17 juni 1940, dezelfde dag waarop hij Hitler een felicitatietelegram stuurt na de overgave van Frankrijk, bezoekt ex-keizer Wilhelm II de Grebbeberg bij Rhenen. Op het ereveld legt hij een krans voor de Duitse en Nederlandse soldaten die tussen 11 en 13 mei 1940 zijn omgekomen bij de slag om de Grebbeberg.

Collectie Museum Huis Doorn, HuDF-1945

De toegangspoort tot het landgoed van Huis Doorn wordt door de Wehrmacht bewaakt, 30 mei 1940

Uit vrees voor een herleving van royalistische gevoelens wordt Huis Doorn op last van de nazi’s afgegrendeld. Het is voor Duitse officieren en soldaten verboden het landgoed te betreden.

Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Het Leven, SFA004005441

Bord van het ‘Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming’ dat in mei 1945 aan de poort van Huis Doorn wordt aangebracht.

Het bord, ondertekend door ‘The State-Inspector for the protection of works of art in wartime’ moet Huis Doorn na 1945 beschermen tegen gebruik door onder andere geallieerde militairen.

Collectie Museum Huis Doorn

Tekening van Louis Raemaekers uit 1949, gemaakt naar aanleiding van de claim van kroonprins Wilhelm op Huis Doorn.

De kroonprins zegt tegen een Nederlandse boerin: ‘… en terwijl ik weg was, heeft u het hopelijk goed tegen oorlogsschade beschermd?’

Collectie Atlas van Stolk, Rotterdam

Artikel uit ‘Het Parool’ van 26 april 1947 over de door de kroonprins aangevraagde ontvijandingsverklaring ten behoeve van het weer in bezit krijgen van Huis Doorn.

De foto dateert uit maart 1934 en toont de kroonprins (in Motor SA-uniform) met zijn beide zoons, prins Hubertus (links) en prins Friedrich (rechts). In het artikel wordt verontwaardiging over de claim van de kroonprins geuit.

Frankenhuis Collection (www.frankenhuiscollection.com), Aaron Oppenheim, archivaris

‘Nee, wat er ook mag komen, ik verlaat Huis Doorn niet.’

Wilhelm II over de Duitse inval in Nederland,

12 mei 1940