Vlucht naar Nederland

In november 1918 verliest Duitsland de oorlog en breekt in verschillende Duitse steden de revolutie uit. De fabriek van Anthony Fokker in Schwerin wordt door revolutionairen bezet. Als groot wapenindustrieel wordt hij onder huisarrest geplaatst. In de nacht van 8 op 9 november weet hij aan het oog van de bewakers voor zijn woonhuis te ontsnappen. Op het station in Schwerin klimt hij op een goederentrein naar Berlijn waar de revolutie zijn hoogtepunt bereikt met het afzetten van keizer Wilhelm II en het uitroepen van de republiek. De voorraad vliegtuigen in zijn fabriek laat Fokker verbergen in schuren in de omgeving van Schwerin.

In Berlijn probeert Fokker een Nederlands paspoort te krijgen en werkt hij aan plannen om zijn fabriek naar Nederland te verplaatsen. Tussen maart en juni 1919 komen zes treinen met in totaal 350 wagons bij Oldenzaal de grens over. In de wagons bevinden zich 220 vliegtuigen, 400 vliegtuigmotoren en een groot deel van de inventaris uit de fabriek in Schwerin. Op zijn Duitse paspoort is Anthony in februari zelf naar Amsterdam gereisd.